Bij correlatie analyse wordt gezocht naar een verband tussen twee ordinale variabelen, die bij de Pearson correlatie coëfficiënt beide normaal verdeeld moeten zijn. Het verschil met regressie analyse is dat het doel niet is om de waarde van de respons variabele uit te drukken als functie van de verklarende variabele. Bij correlatie is er geen sprake van een respons of verklarende variabele maar zijn de beide variabele gelijkwaardig. Bij de Pearson correlatie wordt gekeken of als de ene variabele groter wordt de andere variabele dan ook groter wordt (positieve correlatie) of juist kleiner wordt (negatieve correlatie).
Voorbeelden:
Je kan een correlatie uitrekenen als je bijvoorbeeld wilt weten
of er een verband bestaat tussen de hoeveel teer en de
hoeveelheid nicotine in een sigaret. Of om te kijken of er een
verband is tussen bloeddruk en cholesterol gehalte. Of om te
kijken of er een verband is tussen het aantal bladeren van een
blad en het aantal bloemetjes op diezelfde plant. Als je
bijvoorbeeld wilt kijken naar het verband tussen het aantal
bladeren van een blad en de bovengrondse biomassa van diezelfde
plant kun je misschien beter gebruik maken van regressie
analyse (bovengrondse biomassa is dan de respons
variabele en aantal bladeren de verklarende variabele).