Historische Kring Reken- en Wiskunde Onderwijs
Rekenhulpmiddelen in het Onderwijs.


Symposium, Zaterdag 31 mei, 1997


De lezingen van het Symposium 1997
Het derde symposium van de HKRWO op 31 mei 1997 in de Hogeschool Domstad te Utrecht was opnieuw succesvol. Het thema luidde ditmaal Rekenhulpmiddelen in het onderwijs. Er waren circa 45 deelnemers.
Tijs van Ruiten, conservator van het Nationaal Schoolmuseum toonde tijdens zijn lezing `Onbekende schatten in het Nationaal Schoolmuseum' een aantal telramen en andere rekenhulpmiddelen. De kern van zijn voordracht was dat van de meeste rekenmaterialen, die zich in het museum bevinden, onbekend is wie de ontwerpers waren en wat eigenlijk het didactisch doel was.
Handleidingen zijn meestal verloren gegaan, octrooi-aanvragen zijn niet te vinden. Hier ligt een gigantisch terrein voor catalogisering en onderzoek braak, waartoe hij een oproep deed. Inmiddels zijn een aantal studenten van de Hogeschool Domstad onder leiding van Marjolein Kool begonnen met een eerste onderzoek.
Martin Traas schreef in het kader van zijn studie wiskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen een historische scriptie over `De rekenliniaal in het Nederlandse wiskundeonderwijs'. In zijn voordracht besprak hij met name de vraag hoe het mogelijk was dat het tot 1962 heeft moeten duren voordat de rekenliniaal in het Nederlands Middelbaar Onderwijs gebruikt mocht worden en waarom dit rekenapparaat eigenlijk nooit een werkelijke betekenis heeft gekregen. Tijdens de discussie zijn de definitieve antwoorden hierop nog niet gevonden.
Hessel Pot ging in zijn voordracht `Zin en (vooral) onzin in Meneer Van Dalen' in op de bekende voorrangsafspraken bij de operaties M-V-D-W-O-A. Via talloze, soms komische voorbeelden, en op zeer gedocumenteerde wijze liet hij zien hoe deze conventies zijn ontstaan, maar tevens dat bepaalde `ordeningen van aanduidingsvormen' een `natuurlijke voorrang' creëren. Hij haalde hierbij allerlei internationale literatuur aan, die voor de meeste van ons onbekend geweest zal zijn.
Als buitenlandse spreker trad ditmaal prof. Christoph Selter uit Heidelberg op, die in zijn voordracht `Johannes Kümmel und die Kraft der Fünf' op het vakdidactisch werk van Kümmel (1869-1928) inging, in het bijzonder op diens rekenhulpmiddelen om het inzicht in de structuur van getallen bij jonge kinderen te bevorderen. In de discussie kwam onder meer ter sprake hoe het mogelijk was dat een dergelijk belangrijk pedagoog en didacticus eigenlijk weinig bekendheid genoot in zijn tijd. Siegbert Schmidt bleek hiervoor een interessante verklaring te hebben.


Postersessie en tentoonstelling
Tussen de middag was er gelegenheid tot het bezoek van een kleine tentoonstelling en een postersessie.
De door Van Ruiten meegebrachte rekenhulpmiddelen konden practsich onderzocht worden.
Bijzonder mooi was de tafel met rekenlinialen, die door de `Kring van verzamelaars van rekenlinialen' was ingericht. Thomas van der Zijden trad hierbij als deskundig explicateur op.

Verschillende deelnemers hadden één of meer posters gemaakt:

Danny Beckers: vier posters over `Didactische stromingen in het wiskunde-onderwijs in Nederland gedurende de eerste helft van de 19de eeuw.

Klaske Blom: poster over een historische studie over de akten KI en KV. Blom schrijft hierover een scriptie, en wil graag in contact komen met mensen, die hierover persoonlijk kunnen en willen vertellen of historische informatie kunnen verschaffen.
Adres: Klaske Blom, H. de Keijserlaan 11, 3822 WB Amersfoort, tel.: 033-4553664.

Johan Derks: poster en informatie over zijn in eigen beheer uitgegeven boek `Van Euclides tot Al-Gabr'.

Fred Goffree: poster over en model van de `houten handen' van ....? ten behoeve van het aanvankelijk rekenonderwijs.

Dédé de Haan: poster over "de oudste rekenmachines": de abacus, de staafjes van Napier, algorithmen voor worteltrekking.

Agnes Jonker: poster over de `Vereniging van vrienden van het Nationaal Schoolmuseum' en hun blad `De School Anno'.

Marjolein Kool: poster over het `rekenen op lijnen' of zogenoemde `penningrekenen' dat tot in de zestiende eeuw werd toegepast.

Ed de Moor: poster over het jubileumboek van de uitgeverij Zwijsen, die 150 jaar bestaat. Het boek lag ter inzage.

Ed de Moor: poster `Wie was Wolda?'. Wolda schreef in de jaren '20 een meetkunde cursus, waarbij gebroken werd met de Euclidische traditie. De vragen van De Moor waren en blijven: Wie weet iets van de persoon Wolda? Wie kent zijn publicaties? Waar is de leidraad voor deel I van de meetkunde cursus? Zijn er publicaties over Wolda (behalve die van Wansink, Treffers, en De Moor)?

Hessel Pot: poster over `Mijnheer Van Dalen'.

Harm Jan Smid: poster behorende bij zijn proefschrift `Een onbekookte nieuwigheid' in verband gebracht met de verplichtstelling van wiskunde voor allen.

Thomas van der Zijden: posters met informatie over de `Kring van verzamelaars van rekenlinialen' en over de `Geschiedenis van de rekenliniaal'.


Financiën
Het symposium van 1997 werd mogelijk gemaakt door subsidies van het GMFW, de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW), de Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken-Wiskunde Onderwijs (NVORWO) en ondersteuning van het Freudenthal Instituut.