De Toren van Hanoi is een puzzel. Hij is in 1883 bedacht door de Franse wiskundige Edouard
Lucas. De puzzel bestaat uit drie rechtopstaande pinnen en een aantal schijven met een gat in
het midden zodat ze op de pinnen geplaatst kunnen worden. De schijven hebben verschillende
diameters en worden in afnemende grootte op een van de pinnen geplaatst, zie Figuur 1.1.
Het doel is om door het doen van zetten alle schijven samen op een van de twee
andere pinnen te krijgen. Een zet bestaat uit het verplaatsen van de bovenste schijf
van de schijven op een pin naar een andere pin, waarbij hij niet op een kleinere
schijf mag worden geplaatst. Het geven van een waterdichte beschrijving van de
puzzel in gewoon Nederlands is niet eenvoudig. Gewoonlijk wordt er een beroep
gedaan op de intuïtie van de lezer en een plaatje als in Figuur 1.1 vergroot
daarbij de begrijpelijkheid. In het dagelijks leven is dat ruimschoots voldoende.
F. Edouard Lucas (Amiens 1842 – Parijs 1891)
Lucas publiceerde zijn puzzel onder de naam professor N. Claus (van Siam), mandarijn van
het College van Li-Sou-Stian. Hij had er een aardig verhaal bij verzonnen. Het spel was
gevonden in de geschriften van de mandarijn Fer-Fer-Tam-Tam die op last van de Chinese
regering in de nabije toekomst zouden worden gepubliceerd. In Japan, China en Tonkin zijn de
schijven van porselein. Voor een spel met 64 schijven kan gerust een hoog bedrag
gezet worden op het niet met de hand kunnen oplossen van het spel omdat daar
zetten
voor nodig zijn. Volgens een oude Indiase legende zouden priesters in de tempel van Benares
de puzzel met 64 schijven oplossen. De schijven zijn van goud en bezet met diamanten. Is hij
opgelost, dan vergaat de wereld. Zie The MacTutor History of Mathematics archive voor
meer over Lucas.