Een sonderlinghe boeck in dye edel conste


Arithmetica






Dat eerste deel vander Rekeninghe Numeracie / oft tellinghe.
Leert die wtsprekinghe der ghetalen.
Die eerste Reghele.

Daer zijn neghen bediedelicke figueren doer welcke men alle ghetal scrijft / als .1.2.3.4.5.6.7.8.9. En de thiende is een onbediedelijcke als 0, nullio ghenaemt / de welcke voor haerselu niet en bediet. Maer wneer si wert ghestelt voor die bediedelicke tegen die rechte ht so bringet si een yegelijcx ghetal bediedende thien werf also veel als in dese exempele, 24 is vier en [fo.1. verso] twintich. Stelt een .0. daervoor als .240. so hebt ghi twee hont e veertich. Ooc so veruult si de lege plaetse / als oft ic wilde scriv duysentvijfhont e twintich so settick voor dit ghetal die onder thien sijn / welc daer gheen en is / een nulla e staet aldus .1520.
Die tweede Reghele.
Die distinctie oft ordinancie der ghetalen beghint van rechter hant also dat een yegelicke figuere aen die eerste plaetse sijnde natuerlick oorspronc hout .1. een .2. twee .3. drye .4. viere .5. vijf .6. sesse .7. seuen .8. achte .9. neghen. E der an plaetse gheuet een yegelicke ghenoede figuere sijn bediedinge thien werf. Maer aen de derde plaetse hont werf / a die vierde stede duysent werf aent welcke is te sett een punct / e weder te beghinne ghelijcte voor / also is te mercken duysent / als ghi dan sien sult in dese na ghescreu figuer ind exempel.
Die derde Reghele.
Int wtspreken der ghetalen is te beghinnen van slinckerhant.
Die vierde Reghele.
Het sullen (wtghenomen hondert) altoos twee figueren / so si alle beyde bediedelic sijn met malcnderen wtgesproken werden.
Exemplum.
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Segghet neghen duysent duysentwerf duysent / achthondertwerfduysent duysent / sessentseuentichwerf duysent duysent /vijfhondert duysent / drie en veertich duysent / twee hondert e thiene.
Additie / vergaderinghe / oft sommeringhe.
Teekent eerst de somme vanden ghetale.
Die eerste Reghele.
Siet toe dat de figuer ghelijc staen bouen malcderen [fo.2. recto] also dat de eerste si ghestelt bov de eerste e dder bouen dander .o. e een linie daer on ghetrocken onder welc wert ghestelt dye somme van figuer die boven staen.
4 8 9 6
2 6 1 3
Die tweede Reghele.
Neemt dat beginsel vander rechter hant / e doet te samen al dat ghetal die daer sta / aen die eerste plaetse / also dicwils als daer com inde tsamen voegingen twee figuer /so scrijft dye eerste / e hout die ander inden sin / e die sult ghi vergaderen metter naester / e dan suldi weder voortdoen ghelijck te vooren / e also voort met allen anderen.
4 8 9 6
2 6 1 3
7 5 0 8
Die derde reghele.
Ten lesten en is niet inden sin te houdene. Maer het sal al ghescreven werden als.

10 4 3 2 1
10 8 7 6 5
1 1 3 0 8 6
Die maniere van te spreken.
Hebt altijt inden mont dat woort e oft tot / als / 3 / tot 4 oft v 4 e 3 maken .7.
Die vierde Reghele.
Als ghi adderen wilt 97546 / tot 54679 / so stelt dese 2 ghetal deen bouen dan / e segt 9 en 6 maect 15. stelt 5 onder de linie e hout 1 inden sin. Om mede te tellen met 7 e 4. Nu segt 7 e 4 maect 11 / hier toe addeert u 1 inden sin coemt 12 / daer stelt 2 achter 5 on de linie / e hout noch een ind sin. Nu segt [fo.2. verso] 6 e 5 maect 11 e 1 inde sin is we 12 daerom sedt weder 2 on 6 e achter 2 die ghi laetst steldet onder dye linie e hout we 1 inden sin. Nv segt 4 e 7 maect weder 11 e 1 inden sin maect 12. Nv stelt 2 on 4 e hout 1 ind sin. Ten leste so 5 e 9 maect 14 e 1 ind sin maect 15 / dye stelt gheheel wt als 5 on 5 e 1 daer achter / ten laetsten en hout m inden sin niet / om dies wille datter ghe figueren meer te adderen sijn.
9 7 5 4 6
5 4 6 7 9
1 5 2 2 2 5
Die vijfste Reghele.
U wildt versam drie sommen oft meer. Als ic wil adder tesamen 5479 e 9687 e 5984. So stellic dese drie somm deen bouen dan / e ick segge 4 e 7 maect 11 e 9 maect 20 / daer so stellic 0 onder 4 e hout 2 ind sin / want voor elcke thiene moet een ind sin behoud sijn / daer na segt 8 e 8 is 16 daer toe addeert 7 maect 21 / hier toe brengt u 2 ind sin is 25 / stelt 5 on 8 e hout we 2 inden sin /daer na segt 9 e 6 is 15 e 4 coemt 19. Hier toe addeert u 2 inden sin cot 21 stelt 1 on 9 e hout 2 ind sin / ten laetsten segt 5 e 9 is 14 en 5 is 19 / hier toe addeert u 2 ind sin coemt 21 / stelt 1 on 5 e 2 daer achter e is ghedaen also ghi hier stelt wt exemplum.
5 4 7 9 0
9 6 8 7 +
5 9 8 4 0
2 1 1 5 0
Proba van deser specie.
Om te proeue oft wel ghewrocht is so deelt dye .3. somm doer 9 te weten de simpel nmers e segt [fo.3. recto] 5 en 4 is 9 worpt altijt de 9 wech daer nae hebt ghi 7 en maect 16 de 9 daer wt / blijft 7 / nu 9 en 7 rest noch 7 nu 7 en 6 is 13 de 9 wech / blijft 4 nu 4 en 8 is 12 de 9 wech blijft 3 nu 3 en 7 is 10 blijft 1 nu 1 en 5 is 6 nu 6 en 9 blijft 6 nu 6 en 8 is 14 blijft 5 nu 5 en 4 rest 0 voor deerste proeve. Nu 2 en 1 is 3 en 1 is 4 en 5 is 9 e rest ooc 0 e is wel gewrocht. Doet also na alderhde ghetale van lb.gy. v gul. v f.gy. Env gewicht pond / marck / onc. te weten van elcx bisonder.
Substractie oft aftreckinghe.
Openbaert die reghele te substraher oft af te trecken / deen ghetal vand ander dat daer wert ghesien het ouerbliju /in welck gehouden sal worden die eerste reghele der addici /ghelijc als of ick wil trecken 364 van 485 stellet aldus
4 8 5
3 6 4
Een sekeringhe.
Het onderste getal en sal niet meerder zijn d dat opperste /maer si mach haer wel ghelyc zijn als.
7 2 0 Rest niet
7 2 0
Die tweede reghele.
Beghint aen de rechte hant / net een figuere vanden ander / e wat daer d blijft stelt onder de linie ghelijck
9 8 2 7 Segt 5 van 7 rest 2 die
6 5 0 5
scrijft onder de linie / nv 0 van 2 rest 2 scrijft ooc onderde linie ter slincker hant waert / dan 5 v 8 rest 3 scrijft ooc v gelijcken dan 6 van 9 blijft ooc 3 scrijft ooc desghelijcx e is ghemaect.
Die derde reghele.
So wneer dat ghi die onderste figuere vder op verste nieten moecht trecken / so net een vander [fo.3. verso] naerster figuer ter slincker dat waert / e sal zijn 10 e addeerter de figuere toe die te cleene was om de onderste daeraf te trecken / ghelijc ic wil treck 6892 van 9721 stellet aldus
9 7 2 1 Nu trect 2 van1
6 8 9 2
dat en mach niet zijn maer ic neme 2 van 10 so blijft 8 e 1 dat is tghetal v welck ghi 2 niet en const ghetrecken / daeraf cot 9 die sedt on 2 voort addeert 1 tot 9 cot 10 /e 10 van 10 blijft 0 / daer toe addeert 2 die set on de linie / e tot dat naeste getal als 8 tot 1 word 9. Segt 9 van 7 dat en c niet ghesijn / maer van 10 blijft 1 e 7 word 8 die scrijft onder 8 ten lesten gheeft 1 tot 6 maect 7 e 7 ghetrock van 9 Reste 2 e staet aldus
9 7 2 1 I
6 8 9 2 +
2 8 2 9 I
Die maniere van spreken.
Neemt voor u dat woort als 6 van 8 blijft 2.
Een ander maniere van substractie de vierde regel.
It wildi treck 3008906 van 5006004 stelt deen bou dander als voren e beghint van slincker hant. Segt 3 v 5 blijft 2 die sou di on stellen waert dat dye onste somme niet meer en bleue d de opperste / mer om datse meer blijftso laet bou de 5 een eenk staen e doet de 5 wt met e streepk / e stelt 1 on 3 e gaet een figure voort e segt 0 v 10 blijft altijts 10 daer een figure voort e sedt 9 on neffens 1 dan trect die 9 v die opperste 10. Rest 1 dit stelt bouen 0 om de cause voorseyt dan gaet een figuere voort / e trect 0 van 10 sedt 9 onder laet 1 bou als voren / gaet noch voort / e trect 8 v 16 blijft 8 stelt 7 on e laet 1 bouen die 6 e doerstreept de 6 /daer na trect 9 v 10 Rest 1 stelt dat 1 bou om de cause [fo.4. recto] als voren e stelt 0 onder e dan gaet voort e trect 0 van 10 blijft 10 / stelt we 9 onder e bou daer nae ten lest trect 6 v 14 Rest 8 die sedt on e also rest v als ghi trect 3008006 v 5006004 reste 1997998 also ghi hier siet int exempl.
5 0 0 6 0 0 4 Schult
3 0 0 8 0 0 6 Betalinghe.
1 9 9 7 9 9 8 Reste
Proba
Om te wet oft ghi wel ghesubstraheert hebt. So addeert beyde de laetste somm te sam als betalinge e reste e commet ghelijc die opperste somme te wet de schult so yst welgheda als dat blijct hier onder.
3 0 0 8 0 0 6 Getal.
1 9 9 7 9 9 8 Reste.
Proeve. 5 0 0 6 0 0 4 Schult
Multiplicatie is hier ghedeylt inses reghelen.
Multiplicatie is deen ghetal vmenighen met een ander ghetal / dat is also veel als den multiplicateur / of multipliceer in h selven beuangt. So menich werf te augmenteren oft menichfuldigen d nommer d welcken ghemultipliceert moet werd. Exemplum. Ic wil multiplicer 3 met 2 e ic segge 3 werf 2 is 6 de 3 is d multiplicator e de 2 d nommer d welck ghemultipliceert moet werd. E om alle multiplicatie te do die on tiene sijn / so heb ic ghestelt een tafelk daer bi datm terstont vind sal de multiplicacie v 1 tot alle die figuer totter neghenster toe. Exempel. Ic wil multiplier 7 werf 9 so neme ic 9 aen de slincke hant e gae voort tot on 7 die bou int opperste staet so vind ic 63 so veel maect 7 werf 9 e doet also van alle an ghelijck e dit is goet iongers die eerst leeren [fo.4. verso]

1 2 3 4 5 6 7 8 9
2 4 6 8 10 12 14 16 18
3 6 9 12 15 18 21 24 27
4 8 12 16 20 24 28 32 36
5 10 15 20 25 30 35 40 45
6 12 18 24 30 36 42 48 54
7 14 21 28 35 42 49 56 63
8 16 24 32 40 48 56 64 72
9 18 27 36 45 54 63 72 81
Die eerste reghele.
Item wilde multiplicer 2 figuer met eender figuere / als 24 met 4 so stelt 24 bouen e 4 onder / e segt 4 werf 4 is 16 / stelt 6 on e hout 1 ind sin / daer na segt 4 werf 2 is 8 / hier toe addeert 1 ind sin cot 9 die 9 set achter 6 cot 96 so veel maect 4 werf 24 waer af de si figuere hier na volghet.
2 4
4
9 6
Die tweede reghel.
Vvildi multiplicer 2 figuer oft meer / met 2 figuren oft meer / als ick wil multiplieren 25 met 36 stelt de bou dan als vor e segt 6 werf 5 is 30 stelt 0 on 6 e hout 3 ind sin / daer na segt 6 werf 2 is 12 e 3 ind sin is 15 / die stelt al achter 0 / daer na multipliceert metter 3 dat is met 30 e segt 3 werf 5 is 15. Stelt de 5 een graet voor achterwaert te wet onder 5 / e hout 1 ind sin / dan segt 3 werf 2 is 6 / daer toe addeert u 1 ind sin cot 7 die stelt on 1 achter 5 daer na adderet de 2 somm te sam coemt 900 waer af die figuere [fo. 5 recto] hier na volgt.
2 5 2 5
3 6 3 6
1 5 0 1 5 0
7 5
9 0 0
Die derde reghele.
Item wilde multiplicer veel figuer met malcander als ic wil multiplicer 5378 met 6795. So stelt beyde ghetal deen bou dander / so hier on volget / e segt 5 werf 8 is 40 / stelt 0 onder 5 e hout 4 inden sin / daer na segt we 5 werf 7 is 35 e 4 ind sin maect 39 / stelt 9 on 9 e hout 3 ind sin / daer na segt 5 werf 3 is 15 e 3 ind sin is 18 / stelt 8 on 7 e hout 1 ind sin ten laetsten segt 5 werf 5 es 25 e 1 ind sin is 26 / stelt gheheel achter de 8 e coemt dan aldus.
5 3 7 8
6 7 9 5
2 5 8 9 0
Dan so multipliceert metter 9 maer dese multiplicacie moet een graet achterwaert sta / om dieswille datse staet inde plaetse v 10. Nu segt 9 werf 8 is 72 / sedt 2 on 9 e hout 7 ind sin / d multipliceert voort totter lester figuere soot hier voorseyt is cot voer de multiplicacie van 9 coemt 48402 / e staet dan aldus.
5 3 7 8
6 7 9 5
2 5 8 9 0
4 8 4 0 2
Daer naer multipliceert metter 7 e segt 7 werf 8 is 56 / stelt on 0 e hout 5 ind sin e werct also achteruolghende als vor coemt voor dye multiplicacie van [fo. 5 verso] 7 . 37646 / daer na werct metter laetster figuere met 6 in al manieren als voren e 6 werf 8 is 48 / stelt 8 onder 4 e voort alsoot voorseyt is / cot 32268 e staet als hier na volght / dan addeert de 4 onste somm te samen cot 36543510 alsoot blijct hier on int exempl.
5 3 7 8 5 3 7 8
6 7 9 5 6 7 9 5
2 5 8 9 0 2 5 8 9 0
4 8 4 0 2 4 8 4 0 2
3 7 6 4 6 3 7 6 4 6
3 2 2 6 8
3 6 5 4 3 5 1 0
Die vierde reghel v multiplicatie een an maniere
Vvildi multiplicer 3576 met 6358. So multipliceert 3576 met 6 dwelc is die leste figuere vander ander somme cot 21456 hier voren set 000 figueren om dieswille dat 6 / 3 figuer voer haer heeft coemt 21456000 / daer nae multipliceert 3576 met 3 coemt 10728 / hier voren stelt 00 figuer 00 / om dat voor 3 maer 2 figuer en staen cot 1072800 / daer na multipliceert 3576 met 5 cot 17880 / stelt hier een figure voor 0 cot 178800 / daer na multipliceert metter lester figuere dat is 8 cot 28608 / nv addeert dese vier somm te sam / als 21456000 e 21456000 e 1072800 e 178800 e 28608 coemt te samen 22736208.
3 5 7 6
6 3 5 8
2 1 4 5 6 0 0 0 3
1 0 7 2 8 0 0 3 + 3
1 7 8 8 0 0 4 12
2 8 6 0 8
2 2 7 3 6 2 0 8
[fol. 6 recto]

Die vijfste reghel noch een ander maniere van multiplicatie.
Vvildi multiplicer 25 met 34 so stelt deen bou dan als voren e segt 4 werf 5 is 20 / stelt 0 e hout 2 ind sin / daer na segt 4 werf 2 is 8 e 2 ind sin cot 10 die hout ooc ind sin / daer na multipliceert 25 met 3 e segt 3 werf 5 is 15 e 10 ind sin coemt 25 / set 5 achter 0 e hout 2 ind sin / daer na segt 3 werf 2 is 6 e 2 inden sin coemt 8 die stelt achter 5 e coemt 850 / e is ghemaect.
2 5
3 4
8 5 0
Die seste reghele.
Om te multiplicer sommen daer veel cyfers voor staen als wildi multiplicer 2100 met 34000 so multipliceert 21 met 34 cot 714 daer toe stelt also vele cyfers voor als aen beyde de sommen staen dat syn 00000 cot 71400000 / doet desghelijcx van ander.
2 1
3 4
8 4 | 00000 coemt 71400000
6 3
7 1 4
Die proeue van multiplicatie.
Om te proeu oft ghi wel ghemultipliceert hebt / so deylt beyde dopperste somm de simpel nmers bi 9 elcke somme bison e werpt de 9 altijts wech e de reste v elcke somme multipliceert te sam / e vand producte werpt ooc de 9 wech e de reste stelt opt cruce / exempel. Ic wil proeu oft de leste multiplicacie op 2 na goet is so neme ick beyde dye opperste sommen als 3576 e 6358 e segghe 3 e 5 is 8 e 7 [fol. 6 verso] coemt 15 e 9 vvt / rest 6 e 6 coemt 12 de 9 vvt blijft 3 die stelt opt cruyce / daer na deylt oft telt de 9 vvt 6358 e segt 6 e 3 is 9 blijft niet / daer na 5 e 8 is 13 e 9 vvt blijft 4 die stelt on cruyce e multipliceert 3 met 4 cot 12 daer 9 vvt blijft 3 stelt 3 ter sid aen tcruyce / d ouertelt die figuer van der lester somme die ghesuecedeert is vvter multiplicatie / als 22736208 / e segt 2 e 2 is 4 e 7 is 11 de 9 wech blijft 2 e 3 is 5 e 6 is 11 de 9 vvt blijft ooc 2 e 2 is 4 e 8 is 12 dye 9 wech blijft 3 die stelt op dan side vand cruyce cot ghelijck op deen side vand cruyce staet e is wel gheda. Mer alst onghelijc cot so bethoget dat qualijck ghewrocht is / doet aldus van alle ander multiplicatien.



. . . . .




Ga naar het vervolg van de tekst