begin vorige volgende

Logica

In de wiskunde gaat het om abstracte zaken. De juistheid van beweringen is dan alleen met een redenering te constateren, niet met waarnemingen. Echt wiskundeonderwijs is dus ook een training in logisch denken. Ik weet ook wel dat de ratio niet het enige is dat telt in het leven, maar dat wil niet zeggen dat hij onbelangrijk is.

In mijn oratie van 1998 nam ik stelling tegen de praktijk van het realistisch wiskundeonderwijs. Mijn voornaamste bezwaar betrof het veronachtzamen van de redenering in de wiskunde. Wiskunde kan niet zonder ratio. Ook niet zonder emotie trouwens, al wordt dat maar door weinigen beseft. Lang voor mijn oratie waarschuwde ik ook al voor de ontwikkelingen in het wiskundeonderwijs. De dramatisch dalende studentenaantallen waren toen de directe aanleiding. In 1991 zond ik een stuk daarover naar NRC Handelsblad ter publicatie. De Redactie Onderwijs liet weten het niet te plaatsen vooral vanwege de geconstateerde eenzijdigheid van mijn mening. Uit de reactie:

U zegt dat als het wiskunde-onderwijs op het VWO maar beter zou zijn, er vanzelf meer belangstelling voor de studie wiskunde zou komen. Doorgeredeneerd zou dit betekenen dat het vak economie kennelijk bijzonder goed is, aangezien er tegenwoordig grote belangstelling bestaat voor het HEAO.
Let op het woord ‘doorgeredeneerd’. Dat redeneren ging fout: het was de omkering van een implicatie. En dat terwijl ik in mijn stuk had betoogd dat logica niet alleen voor wiskundigen van belang is. Ook het algemeen belang van goed wiskundeonderwijs werd ontkend en ik werd daarom verwezen naar een vaktijdschrift. De krant moest toen nog een slijpsteen worden. In die tijd was Jacques Wallage staatssecretaris van onderwijs. Hij voerde de inmiddels als mislukt gekwalificeerde basisvorming in het voortgezet onderwijs in. Het niveau ging omlaag en de bureaucratie nam toe. Gelukkig was het onderwijsveld enigszins ‘beleidsresistent’, om Wallages niet als positief bedoelde kwalificatie maar eens te gebruiken.

Over politici gesproken. Die nemen het niet zo nauw met de logica. Onmiddellijk na mijn oratie bijvoorbeeld kwam er een reactie van de toenmalige staatssecretaris voor onderwijs, Tineke Netelenbos. Zie het bericht in De Gelderlander:

De Gelderlander, 23 april 1998

Uit het onderzoek waar Netelenbos op wees kon mijn ongelijk helemaal niet worden afgeleid. In de laatste alinea is de logica ver te zoeken. In dit bericht word ik overigens totaal verkeerd geciteerd. Het citaat is in mijn oratie niet te vinden. Ook al geen slijpsteen voor de geest.

In 2003 werd het jaarlijkse Nederlands Mathematisch Congres van het Wiskundig Genootschap in Nijmegen gehouden. Het thema van het congres was de bedreigde situatie waarin de wiskunde zich in Nederland bevond. Het Wiskundig Genootschap was toen Koninklijk geworden en de toenmalige burgemeester van Nijmegen, Guusje ter Horst, kwam dit namens de koningin meedelen. Mij is vooral bijgebleven dat de burgemeester het belang van wiskunde danig relativeerde: vol trots vertelde zij aan dit publiek van wiskundigen dat ze voor haar eindexamen met een 3 voor wiskunde was geslaagd. Ze droeg op haar manier bij aan het thema van het congres. Later die dag merkte Nobelprijswinnaar Martinus Veltman nog op dat het haar carrière kennelijk niet in de weg had gestaan. En toen was ze nog geen minister en ook de Big Brother Award was haar nog niet toegekend.

begin vorige volgende